Wereld Diabetes dag
Diabetes mellitus of in de volksmond suikerziekte is een zeer vaak voorkomende aandoening. De prevalentie neemt wereldwijd toe. Men verwacht dat wereldwijd tegen 2035 meer dan een half miljard mensen de aandoening zullen hebben.
Er zijn meerdere types diabetes waarvan type 1 en type 2 de belangrijkste zijn. Het eerste type is een auto-immuunaandoening waarbij zelf aangemaakte antistoffen de insuline producerende bèta-cellen in de eilandjes van Langerhans in de pancreas (alvleesklier) vernietigen. Een gevolg is het verdwijnen van het suikerverlagend hormoon insuline waardoor verhoogde glucosewaarden in het bloed (of diabetes) ontstaan. Het is een ziekte met een korte aanloop en met plotseling opkomende uitgesproken symptomen (dorst, veel drinken, veel plassen, vermoeidheid en gewichtsverlies) waardoor een diagnose niet lang uitblijft. Bij deze vorm van diabetes is er een levenslange noodzaak aan insulinetherapie. Wat de oorzaak is voor het ontstaan van de auto-immune reactie is nog niet volledig opgehelderd.
Diabetes type 2 is echter de meest voorkomende vorm : meer dan 90% van de mensen met diabetes hebben dit type. In tegenstelling tot diabetes type 1 hebben de patiënten weinig of geen klachten bij diagnose. Ze kunnen er reeds jarenlang mee rondlopen zonder het te weten. Het komt dan ook vaak toevallig aan het licht want de meest herkenbare symptomen van dorst, plassen en vermoeidheid komen pas later in het verloop van de aandoening voor. Op die manier gaat er vaak veel tijd verloren vooraleer een behandeling wordt opgestart (onder andere met orale antidiabetica). Bij het ontstaan van type 2 diabetes spelen zowel erfelijke als omgevingsfactoren een rol. Abdominale obesitas (opstapeling van vetweefsel ter hoogte van de buik) en beperkte lichaamsbeweging blijken de voornaamste uitlokkende factoren. De ziekte ontstaat meestal op middelbare tot oudere leeftijd maar de laatste jaren is er een verschuiving naar jongere leeftijd. Zeker bij zeer obese adolescenten komt het vaker voor. De aandoening kent heel wat complicaties. Zo is er een verhoogd risico op coronaire hartziekten, cerebrovasculair lijden. Dit noemt men de macro-vasculaire complicaties. Ze zijn verantwoordelijk voor de verhoogde mortaliteit. Retinopathie (oogaandoeningen), nefropathie behoren tot de micro-vasculaire complicaties. Tevens is er een verhoogde kans op infectieuze aandoeningen van de voet (diabetische voet). De laatste twee complicaties hebben een sterk ongunstig effect op het ziekteverloop en op de levenskwaliteit. Om het belang van een zo vroeg mogelijke diagnose bijkomend te onderstrepen dient aangegeven te worden dat er tevens een verhoogde kans op kanker is. Door adequate behandeling en levensstijlaanpassing kan men de complicaties significant voorkomen of vertragen. Dit vergt meestal een multifactoriële aanpak : correctie van de verhoogde suikerwaarden in het bloed (hyperglycemie), correctie van de cardiovasculaire risicofactoren, detectie en afremming van de andere complicaties in een zo vroeg mogelijk stadium.
Het medisch laboratorium speelt daarbij samen met de huisarts een belangrijke rol zowel in de diagnose als in de begeleiding van diabetes. Zo stelt de behandelende arts de diagnose ‘diabetes’ na een labo-onderzoek van twee bloedafnamen :
- Nuchtere bloedafname : bloedsuikerspiegel > 126 mg/dl
- HBA1c > 6.5
Deze twee bepalingen blijven na de diagnose ook de belangrijkste parameters bij de opvolging. Daarnaast zal men vaak ook steeds breder testen (nierfunctie, schildklier, inflammatoire parameters,…) om enkele van de reeds besproken complicaties vroegtijdig te kunnen opsporen of onder controle te houden.
Om een nuchtere glycemie te bepalen is het nodig dat men in de acht uur voor de bloedafname niet eet. Water, ongesuikerde koffie of thee zonder melk bevatten geen calorieën en zijn dus toegelaten. Het gebruik van de glucosemeter wordt voor de diagnose afgeraden omwille van een te grote foutenmarge. De HbA1c – bepaling moet niet in nuchtere omstandigheden gemeten te worden en is dus geschikt als alternatief wanneer nuchter blijven moeilijk haalbaar is. Het is een specifieke bepaling maar is een stuk minder gevoelig dan een nuchtere glucose. Daarom wordt het niet als eerste keuze aangeraden.